|
( 4. ) Moddersloot. Negentien 98, zeg maar, maar dan 4 jaar daarvoor. Los Angeles. Vier dagen mond stijf dicht. Ze zullen het weggooien, met bakken tegelijk. Zoals jij het weggooit. Er waren er. En in vervalende letters op het viezig uitgeslagen wit het wonderschone [ Censuur ]. Aan de andere kant. In het roefje zeg maar, het vooronder. Overspoeld door zonlicht. Van de rivier tot de stad. Verscholen achter het riet [ Censuur ]. Vodden. Maar hij moest nu eenmaal. Lokatie. Verwezen. Aan de andere kant van de kamer stond ook een monitor, waarop de beeltenis van een mogelijk gezicht. Dat kon je eigenlijk niet zo zeggen, maar het was zo vaak gezegd dat het spreekwoordelijk was geworden, ook al was het niet waar. Toegangswegen. Steriel als een televisiebeeld, koud onbenaderbaar en onbekend, net als het mannengezicht schuin tegenover in dezelfde kamer. Of ten dele waar. Nu hij klaar was met bijstellen was er niets meer te doen. Of voor sommigen waar. Je kunt er ook een andere fantasie naast zetten. Achteruit, vanaf een kunstmatig eindpunt. Lopend vanaf begin 1993 komen we in ongeveer augustus 1994 bij het overlijden van Gary Farr in Los Angeles, USA. Gary Farr's 'Strange Fruit' was één van de langspeelplaten. Hij was sindsdien voorzichtiger geworden. Vooral in de winterdagen. Maar ook het voorjaar en de herfst konden verraderlijk zijn. Men kan altijd uitglijden of ergens tegenaan stoten. In het ergste geval tegen iets dat in beweging is. Namen die voortleven door de eeuwen heen. Met de kwetterende vogeltjes en de zoemende insecten. Hij kwam tot ongeveer 20.000 namen. In het slop. Gemiddeld. In de versukkeling geraakt. Berekend met de natte vinger. Zijn oog valt op een oude krant die gedeeltelijk uit een stapel steekt. Duizend per eeuw. Hij buigt zich ernaar toe en leest: "Een half opgerookte sigaar van de vroegere Britse premoer Winston Churchill heeft op een onlineveiling in de VS omgerekend meer dan 10.000 euro opgebracht." Maar hoeveel jaar een eeuw was was hij even kwijt. 100 jaar? 1000 jaar? Als het 100 jaar was, waren het dan 10 namen per jaar? En wie waren het dan vorig jaar, en kon je dat wel meten, zo recent, of kon je het pas meten over 20 eeuwen. Vergeten ook. Hoe dan ook. Veel en door velen. Zes miljoen doden wist hij nog wel van de vorige eeuw. Berekenen was zijn grote passie, misschien toch een beetje erfelijk, ook, gezien de interesse in jaartallen van moederskant. Maar ook herinneringen. Churchill ( 1874 – 1965 ) had de sigaar tijdens een reis naar Parijs in 1947 op vliegveld Le Bourget tussen de lippen gehad. Dan toch nu even. Nutteloos als zovele. De straatnamen der onsterfelijken. Zovelen herinnerden zich zoveel. Admiraal De Ruijter weg. Daar is geen kruid tegen gewassen. Edwin Hawkins singel. Het was in een grot, waarschijnlijk. Nan Shnin plein. Het stonk daar fris en ordelijk. Van de Lucht straat. Een blauwe lucht zonder wolken accentueerde de bescheiden voorzieningen. Renault straat. Simpele cijfers, groot geschreven op lichtdoorlatend wit plastic. Nicodemus laan. Simpele cijfers, een, twee, drie, vier. In de zomer kon men achteloos raken. Een aantal klokken. Achteloosheid en glibberigheid leken op elkaar. Een overkapping. Ergens. Moeilijkheden. Op een bepaalde manier. Hij dacht dat het allemaal wel vanzelf zou gaan. Vond hij. De preek. Nicodemus was een Farizeeër en een lid van het Sanhedrin. Het verleden. Niet dat het er veel toe deed. Ongrijpbaar. Al vond hij zelf soms van wel omdat hij niet wilde zoeken. Voorstellen. Nicodemus wordt drie keer genoemd in het Evangelie volgens Johannes: Hij zocht Jezus Christus 's nachts op, Hij pleitte vóór Jezus in het Sanhedrin en hij was na Jezus' dood aanwezig bij de begrafenis in het graf van Jozef van Arimatea. |