|
( 6. ) In de wereld van het toeval is niemand veilig. Angstvallig het geheim bewaren. En dan in een onbewaakt ogenblik. Geef je het zelf prijs. De anonieme mens. Hij voelde zich eigenlijk altijd schuldig. Ondanks dat hij voor de wet niets verkeerd deed voelde hij zich schuldig omdat hij het idee had niets goeds te doen. Ondanks dat hij van zijn minimale inkomen een gedeelte aan de dierenbescherming en aan de projecten ter bestrijding van honger in de Hoorn van Afrika gaf voelde hij zich een profiteur in de wetenschap dat zovelen op de wereld driehonderd keer zo arm waren als hij en gebukt gingen onder oorlogen, onrecht, vervuiling, misstanden, uitbuiting, onderdrukking, misbruik, en geweld. Zelfs de leugens bestreed hij niet. Eigenlijk was hij zelfs bang voor de reactie van de machten die al dat vreselijks mede doen laten voortbestaan. Hij niet. Bang dat hij het slachtoffer zou worden. Echt. Hij zelf. Zijn schuldgevoel ging hand in hand met angst. Vaststellen. Jezus liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. En dat blijft zo. Hij zei tegen Petrus: “Konden jullie niet eens één uur met mij waken?” Hij had het gevoel dat de herfst was begonnen terwijl het nog maar begin juni was. En dat dat zo blijft, dat dat zo blijft tot in lengte van dagen. In Mei was de zomer geweest, de kastanjebomen hadden gebloeid en dat was mooi, nu was dat voorbij en volgend jaar begon het weer, de periode van wedergeboorte en groei. Matteus 26:40. De bloei luidt het verval in. Vastgesteld. Zo is het de mens te moede als de illusie van het innig samenzijn verdwenen is. Zo liep hij, van dat deel van hoop en verwachting verlost, met zijn boodschappen naar huis. In een Middeleeuws kasteel zag hij eens nissen in de muren, afsluitbaar met een zware houten deur. Maar helaas, zo is het niet. De tijd die haar mooi maakt. In dat innig duister is het letterlijk duidelijk egaal. U. De nissen waren hoogstens één meter twintig hoog. De bloem kondigt het einde aan. Oud, begeerlijk, tijdloos, vloeibaar. Een natuurlijk verlangen naar evenwicht en orde bleef in zijn handen over. Nodig hebben. Hij denkt. En daarmee denkt hij vlees vol vrees. Echt. Vaststellen. En zeker niet breder. Wel iets dieper dan hoog. Iedereen wil snel ergens anders zijn. Hij zou niet de eerste zijn die na zijn onschuld ook zijn verstand zou verliezen. In een vlakte op weg of stilstaand voor iets, betoverd door een droevig kijkende hond bijvoorbeeld. Met de marktkoopman die de bezienswaardigheden aanprijst. Dat doet er allemaal toe. Bovenaan de politieke agenda hoort te staan dat alle kernwapens ontmanteld moeten worden, evenals alle andere massavernietigingswapens en dat er een wereldwijd verbod wordt ingesteld op de productie van massavernietigingswapens. En voor elke wereldburger moet een basisinkomen gegarandeerd zijn. Er is de wil, er is de wens, er is de visie. De Fransche vloot die Nelson in 1798 zocht was daarom niet de minste. Napoleon had in mei van dat jaar in de haven van Toulon al een vloot van dertien linieschepen, zeven fregatten met elk 40 kanonnen en vier-en-twintig kleinere oorlogsschepen samen met bijna 200 transportschepen klaarliggen. Men begon toen ook al veel te vergeten. Toulon, en waar dat lag. Een andere oorlog, armoede, krankzinnigheid. Vodden en vuil, tocht en vocht. En wat de kranten schreven, en wat belangrijk was voor de rijken. Nelson moest uitzoeken waar die vloot voor diende, en waar die naar op weg was. Hij had niet lang daarvoor zijn rechterarm moeten laten amputeren na een schotwond in de elleboog. Een kogel die hem getroffen had tijdens den Engelschen aanval op de fortificatie van Santa Cruz. |