|
Versnipperd -- 1. Deze tijd is moeilijk te beschrijven. Het gebruik van de vaste telefoonlijn daalde in het eerste kwartaal met 16 procent naar drie komma vijfenzeventig miljard belminuten. Ik denk aan schrijvers. Schrijvers met een schrijfmachine. Morgen naar de stembus. De wind in de zeilen. Ik denk aan Nelson in de zeeslag bij Trafalgar. Een vreselijke toestand. The World at War. De wereld in oorlog. Vaak en veel. Ik denk aan schrijvers met een typemachine. Kurt Vonnegut, Anaïs Nin, Remco Campert. Het aantal belminuten steeg wel licht. Hij denkt aan schrijvers wier naam begint met een ‘S’. Wellicht. Hij en ik. Hij en de schrijvers met de achternaam beginnend met ‘S’. Ik aan de schrijvers met de typemachine. Niet dat ik hem ken. Of hij mij. Niet dat dat er veel toe doet ook. Maar goed. Zeg dat. Deze tijd is moeilijk te beschrijven. En dan is daar opeens ook Nelson. Goedendag. Een Engels Nationaal icoon. Het gebruik van de vaste telefoonlijn daalde in het derde kwartaal. Deze tijd is moeilijk te beschrijven. Het gebruik van de vaste telefoonlijn daalde. In het derde kwartaal met 16 procent naar drie komma vijfenzeventig miljard belminuten. Beef Curry is een pittig gerecht van stukken rundvlees, wortelen, uien en rozijnen in een verfijnde kerrysaus. Ik denk aan schrijvers. Eenzaam staat de demonstrant in Dodewaard tegenover een peloton van de mobiele eenheid. Het aantal mobiele belminuten steeg wel licht. Uitgangspunten voor nieuwe acties. Dodewaard gaat dicht. Dodewaard blijft open. De opkomst van rechts. Ik denk aan die ander die denkt aan schrijvers wiens naam beginnen met een ‘S’. De staking van de Amsterdamse vuilnisophalers begint vooral in Amsterdam zichtbaar te worden. Hij denkt aan schrijvers wiens naam begint met een ‘S’. De vuilnisschepen die op verscheidene plaatsen in de hoofdstad liggen, bestemd voor grof vuil, zijn al overvol. Wellicht. Sartre, Salinger. Gedetineerde leden van de Poolse vakbeweging Solidariteit zitten te kaarten in het kamp Bialoleka in de noordelijke buitenwijken van Warschau. Hij denkt aan Brakman. De foto zou daar kort geleden zijn gemaakt. Bouwmarkten hebben het onverminderd zwaar. Niet dat ik hem ken, Brakman, of degene die aan hem denkt, die hem misschien wel kende, of ook niet. Tolstoj was zijn tijd ver vooruit. Denken aan iemand die je niet kent. Hij denkt aan jeugdboeken, aan Karl May, en P.G. Wodehouse. De Poolse militaire leider Wojclech Jaruzelski verscheen gisteren plotseling in de Zyrardow textielfabriek bij Warschau. Han G. Kresse en Willy van der Heiden, de Kameleon, Bob Evers en Eric de Noorman. De uitslagen van de examens komen binnen. Kleine kiezelsteentjes. Yvette voelt zich eenzaam en ook Peggy loopt een beetje verloren. Typisch. Toiletten. Drie duiven. 3. Hij denkt aan schrijvers en ik denk er ook aan. Hij deed dat ter gelegenheid van Wereldvrouwendag en hij onderhield zich derhalve geruime tijd met de voornamelijk vrouwelijke werknemers van de fabriek. Lege vuilniszakken. Volle berging. Leeg yoghurtpak. We hebben veel gemeen. Schijnbaar. Na de stemmingen over de aanleg van de rijksweg door het bos van Amelisweerd in de Tweede Kamer, lieten gisteren actievoerders op de publieke tribune ballonnetjes op en gooiden bladeren uit het bos de Kamer in. Blijkbaar. Wellicht. Kinderen op kinderformaat mountainbikes. Onder de arm. Al dacht ik niet speciaal aan schrijvers wiens naam met een ‘S’ beginnen. Pinchertje onder de arm. Pinchertje op het gras. Niet nader te noemen automerk. Drie tongen. Zijn. Niet zijn. Ik dacht meer aan Thomas Mann, Louis Paul Boon, Walschap, Antoon Coolen. Drie talen. Blaadjes die van een boom gevallen zijn. Drie tongen zijn blaadjes die van een boom gevallen. Het lijkt op mijn lijst dacht hij. Zijn. Typisch, hij had ooit een lijst. Gras. Typisch, ik ook. De schoenen hebben lange spitse punten dit jaar. Ik had ook een lijst. Alweer het koppel met het grote leeftijdsverschil. Goed verzorgd. Ik had ook een lijst. Blaadjes die niet gevallen zijn. Imitatie, een lijst waarop hij het verloop van zijn interesses bijhield. Van een boom. Een hoed op. Wapperen met de plastic tas. Onder uiterst strenge bewaking is gisteren in Verona het proces begonnen tegen de Rode Brigadisten die in december de Amerikaanse generaal James Lee Dozier hebben ontvoerd. Peggy en Yvette. Duiven. Eindelijk hulp tegen voet- en gewrichtspijn. Tussen de kiezelsteentjes. Hij noemde die lijst zijn lijst van verloop van interesses. Geen hulp. Twee duiven. 2. Het proces is op verzoek van de verdediging, die tijd wilde hebben om de stukken te bestuderen, een week verdaagd. Mijn lijst was inmiddels danig vervuild met internetadressen. Bestelbusje. Wie doet je wat. Gezinsauto. Wat moet je ermee. Mobylette. Dat soort dingen. -- 2. Ergens tussen [ Talking Heads, Little Creatures; 1985, includes “And She Was” and “Road to Nowhere” ] en [ dEUS, Keep You Close; 2011, includes “Constant Now” and “Easy” ]. Wat zal het geweest zijn. Vijftien en elf is zesentwintig. Dertien is de helft. Dus zo ongeveer negentien acht en negentig. De bloei van het leven. Ongeveer bijna twintig jaar geleden dan. De bloei. Dat is het. In december. Da gibt es kein Mobylette. Het is wanhoop gevoed door onmacht. Moest hij zich in het debat mengen ? Zes minuten voor tien in de ochtend. Stofzuigen. Bed. Wastafel. Supermarkt. Hij zou er wel even een weekje tussen uit willen. Als vakantie beleven wordt. Rondreizen Sale. Hoe kon techniek zo falen ? Censuur. Neil Young. Innerlijk gecensureerd. Byrds. Locatie. Beatles. De komst van. Moody Blues. Als lectuur. Psalm 39. Al die lectuur. Verondersteld dat ze het stiekem thuis wel zullen doen. Plagiaat plegen. Vers 1 tot en met 13. Grand Funk Railroad. Wijsheid verhullen. Een psalm van David. The Who. Medewerker. Utopia. In de kast. De elfde. Locatie. Censuur. Rondreizen & Fly-drives. Vers 2 van psalm 39 begint met “Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong;” Locatie. Je kunt er niet uit. Dit is het werkelijke versus het gewenste. “We leven nu in een post-feitelijke fase” – zegt Timothy Snyder, auteur van ‘Bloedlanden’ in een interview gepubliceerd in ‘Trouw’ van vrijdag 27 januari 2017. Locatie. Twee vissers in een bootje. Love. Midden op het grote water. Little red book. Tussen de bruggen. Psalm 39, vers 2, vervolgt met “Ik zal mijn mond met een breidel bewaren, terwijl de goddeloze nog tegenover mij is”. Nitzer Ebb. Locatie. Bomen zonder blad. Eind januari. Side 1. Hoogspanningsmasten aan de horizon. Ouden van dagen. Altijd hetzelfde. Zou het hem geopenbaard worden ? Voor de honderdste keer. “Hebt u iets waarmee ik alles hetzelfde kan maken ?.” U. Hoe hoger het perspectief, hoe meer het een eenheid lijkt, met andere soortgelijke eenheden ernaast, er om heen. Allemaal onzin. Psalm 39 vers 3: “Ik was verstomd door stilzwijgen, ik zweeg van het goede, maar mijn smart werd verzwaard”. De moeilijke positie waar je nu in zit is grotendeels altijd je eigen schuld. Of verdienste. Vanuit een hoger perspectief zie je anderen in nog moeilijker posities. Omstandigheden. Het wereldraadsel, of eigenlijk de verlichting, het inzicht, meer dat dan de oplossing, als was het een puzzle. Er was eens een openbaring. Er was eens een openbaring van Johannes. Mama ? Hoe lang gaat dit nog zo door ? Ik snap er niets meer van ! Een meeuw is beter af. Maar wij moeten wel, verder door die door onszelf verzonnen technologie. Het spoor volkomen bijster. Sarcasme en rouw gaan slecht samen. Ontneem anderen niet het recht te leven. Ongemeen. De verleidingen van een zomeravond. Psalm 39 vers 3: “Mijn hart werd heet in mijn binnenste, een vuur ontbrande in mijn overdenking, toen sprak ik met mijn tong:” Technologie als spinrag in een verwaaid kadaver. In een vuur gaat die vuurbal onder, gedempt door dampende velden, donkere bomen vol blad en koelte die zich opmaken voor de korte maar onbetwiste heerschappij van de nacht. Gemeen, die blauwe lucht. Het laatste waterige blauw van de lange dag. Die wolken als donsveertjes. Toch weer wel, toch weer niet… eens een dief, altijd een dief… bijbehorende plakstrookjes zelf plakken, zelf knippen… Lord Nelson, de arme kerel. Kein Mobylette hier. Vijftien uur aan één stuk door, wel met slapen tussendoor. Maximum. Een vreselijk vervelende kerel. Nicht hier. Must be the season of the Witch. Siouxie Sioux and the Banshees. You got to pick up every stitch. In Juni werd Malta aan de Johannietenorde afgenomen. The Scream. Een vreselijk vervelende kerel. Achter de originele benaming gaat een valse verwijzing schuil. En den 1sten Juli Alexandrië bezet. -- 3. Daar is er weer één die zegt “We moeten” en “we zijn”. Na een gemakkelijke overwinning bij de Pyramiden op de Mammelukkenbeys was Bonaparte meester over Beneden-Egypte. Hij zou de laatste zij die ons via haar als een kostbaar goed twee instructies meegaf: boek je vakantie, en bel voor reisadvies. Hij zegt “we zijn dit en dat” en “we moeten zo en zo gaan denken” en dan zal de wereld veranderen. Het zal hier beter worden. Maar toen gebeurde het ergste dat gebeuren kon. Er zal vrede heersen. De Engelsche vice-admiraal Nelson had in grote ongerustheid op de Middenlandse Zee gekruist. Als wij eerst maar luisterden naar de man die zegt “Wij moeten”. En hij dacht. En ontdekte toevallig de schepen van Brueys. Wat als ik nog negenentwintig jaar te leven heb. De man die het weet en die ons heeft doorzien. Die op bevel van Bonaparte nog gebleven waren. We zijn zo en zo. Hij dacht “ik calculeer”. Hij dacht “ik probeer iets te berekenen”. Op de rede van Aboekir ( 18 Augustus ). “Een waarschijnlijkheidsberekening uit te voeren.” We zijn consumenten en gebruikers van smartphones. En hij dacht “Dan heb ik nog vijftien grote schriften nodig om m’n dagelijkse bezigheden in te noteren.” We zijn knooppunten in netwerken. “En een lijmstift.” We moeten relationeel en circulair over onszelf gaan denken. Hij vernielde ze op twee na. Zegt de man. “En postzegels.” We moeten denken. Sloot de Franschen dus in hun nieuwe verovering op. We moeten gáán denken. “En vuilniszakken.” En we moeten circulair gaan denken. En veroorzaakte daardoor tevens een radicale verandering in de Europeesche constellatie. En relationeel, zegt de man. “En een makreel.” De man die het weten kan. “Of tien.” Het regent in Heemstede. Ook over dertig jaar. Nog. Denk water, denk stront. De man die het weten kan is niet naar het werk gegaan vanochtend. Het zal rond die tijd zijn geweest dat onze kroniekschrijver het levenslicht zag. De anonieme mens. De heks uit het sprookje. Er was eens. “En appels om appelschijfjes van te snijden, om die te bakken met kruiden en te overgieten met honing.” Een koude rilling. Honing. Kruiden. Appels. En hij dacht “Maar wat als ze die schriften dan vinden als ik ben overleden en ze zien dat ik m’n dagen vulde met de planten water geven, de afwas doen, een was draaien, een boodschapje doen, naar de bakker, naar de papierbak, de glasbak, de container voor plastic afval.” De anonieme mens meent dat het wel zal meevallen, dat hij niet gemist zal worden, nauwelijks opgemerkt als hij is tijdens het wel aanwezig zijn op het werk. Dacht hij. De enige echte. De geachte heer Anonieme Mens. Met een flinke bos haar. Dat laatste had hij er zelf tussen gefantaseerd. Het lijkt er wel erg op dat het niet meer gaat. Denemarken. Er was slechts een verklaring van het opperbevel over de slagorde van de diverse divisies. En net zo lang herhaald tot het de anonieme mens teveel werd. Weltschmerz. Vorige week stuurden wij u een uitnodiging om samen met onze verzekeringscoach telefonisch uw verzekeringen door te nemen. Zevenhonderd jaar na deze laatste Venus-overgang. Denkt hij. Hij dacht “Ze zullen dan wel denken wat een onbenullige dingen, en dat in zo’n belangrijke tijd, vol belangrijke ontwikkelingen, keerpunten voor de mensheid.” Graag herinneren wij u hier nog een keer aan. Nostalgie. Zevenhonderd jaar ervoor… En hij dacht “Wat zullen ze wel niet denken als ze die schriften vinden.” Deze tijd is moeilijk te beschrijven. Wellicht vind u een gesprek niet nodig of heeft u inmiddels al een afspraak gemaakt. De elfde? Locatie. Censuur. Rondreizen & Fly-drives. Dat is het. In december. Je weet hoe dat gaat. Je denkt “Hij dacht.” En hij dacht “Daar heb je geen Mobylette.” En hij dacht “Je denkt”, en je denkt. En je denkt “Toch weer wel, toch weer niet… eens een dief, altijd een dief…”. De bijbehorende plakstrookjes kunt u er zelf wel bij plakken, eerst zelf knippen natuurlijk… Content creator. Marketing manager. Researcher. Zelfstandig ondernemer. Een groeimarkt. Gebieden inrichten. Steeds verrassend. Altijd voordelig. In de natuur. Internet en vast bellen. De enige echte. De geachte heer. Nummers van sterren. De betreurde. Hier is hier. Maar waar is daar. Uiteindelijk. Een ieder is volledig alleen de hele tijd. De lichte lucht. Voortdurend. De zonsondergang op de objecten van waarde. Altijd. De trek naar de stad. Reclame. Iets beschermde ons. Radio. Werving en selectie. De rode vogel heeft de granen van de lucht genomen. Ze zullen hier groeien zonder mij. Je kent ze wel. Ze kwijnen weg. Ze verdwijnen. Noch mijn fout, noch mijn verdienste. -- 4. Het heeft te maken met herinneren. Zo ook deze mens. Herinneren ( én vergeten ! ). Verwondt mijn hart met monotone matheid. Een onmogelijkheid tot ontsnappen. Macaroni. Een wrede kwelling. Vintage vloerkleden in verschillende maten en designs. Lekker zacht synthetisch. Altijd je combinatie. Niet dat het altijd zo geweest is. Nee, maar toch. Snel. Zo werd gezegd. Of lopen. Dat de informatie schadelijk zou zijn voor de betrekkingen. In 5 verschillende kleuren. Vijf. Vereend in de metamorfose. Ondanks harde cijfers. Ergens. De verarmden. Locatie. Censuur. Zij die verwarmen. Ergens anders. Wereldrijk en wereldrijk tegenover elkaar. Locatie. Censuur. Doden bij rellen. Indrukwekkende plechtigheid. Locatie. Censuur. Belicht. Wellicht. Bewonderd en gevreesd als eens de Mammelukkenbeys. Vijftien uur aan één stuk door, wel met slapen tussendoor. Hoe vind je zoiets. Vijftien uur maximum. Niet hier. Niet Nelson. Waarbij men inderdaad ook nog kon zeggen dat elke dader ook een slachtoffer is. Laten we het dan liever over Siouxie Sioux en haar groep the Banshees hebben. Die hadden een goede drummer. Maar goed, dat doet er ook niet toe want Nelson zag aan de einder Napoleon bezig. Het moet erbij met een druk op de knop. Want geen enkel vrij en liefdevol opgevoed kind zal ooit de behoefte voelen een ander te vernederen. Wellicht. Er zijn momenten waar je graag bent, en er zijn plekken waar je je thuis voelt. In een droom toegeschreven aan Ghandi. Die zei toen dus zoiets als “Het is zoals Ghandi het al zei: er zijn momenten waar je graag bent, en er zijn plekken waar je je thuis voelt”. Dan zou ik me maar geen zorgen maken. Uw inschrijving wordt automatisch verlengd. Maar het kan ook zijn dat u er niet meer aan heeft gedacht. Over onszelf. Osibisa. We moeten. Third World. Gaan denken. Gewapende soldaten van het leger patrouilleren. Derde wereld. Over onszelf. Een normaal straatbeeld sinds de invoering van de staat van beleg. Dat is te zeggen. In de toekomende tijd. De hele santekraam. Geen fris gezicht. Onvermoed. Stil. Klem. Vast. Bialoleka is het meest noordelijke stadsdeel van Warschau, de hoofdstad van Polen. Het vastleggen. In de nacht van 12 op 13 december werden duizenden vakbondsactivisten van hun bed gelicht. Vijfendertig biljard berekeningen per seconde. Gemetseld in de tranen van het huilen van de ander. Altijd weer, ach ja, waarom ook niet. En naast dit, wat nog meer? De fel verlichte gangen. Opnieuw beginnen, nog eens hetzelfde doormaken. Italiaanse carabinieri fouilleren twee inzittenden van een auto als onderdeel van de zoekactie naar de ontvoerde Navo-generaal James Lee Dozier. Adembenemend stil. Zonnig verbitterd. De plaats waar deze verborgen wordt gehouden is nog niet ontdekt. Bloemen als uitwas van het onontkoombare. Het hout. Het riet. Het stro. De Sowjet-Unie heeft West-Europa zaterdag opgeroepen zich niets door ‘Washington’ te laten dicteren en te kiezen voor de weg van ontspanning, ‘de enige redelijke weg’, zo stelde het officiële persbureau Tass. Het droge afgemaaide gras. De vorst. De kou. De regen. Je leert er mee omgaan. -- 5. We lopen dus achteruit, vanaf een kunstmatig eindpunt. Lopend vanaf begin 1993 komen we in ongeveer augustus 1994 bij het overlijden van Gary Farr in Los Angeles, USA. En we gaan het dus niet nog eens hebben over wat nog komen gaat. Het gaat over wat geweest is. Een afgang. En alles huist in vandaag, maar dat was gisteren toch weer net even anders. Alsof het toch een soort voortgang was. In tijd dan toch. Een soort opeenvolging. Herkenbaarheid. Herhaling. Ergens achtergelaten en vergeten. Niet meer nodig misschien. Men begint dan iets te vergeten, veel te vergeten. Een oorlog, armoede, de ‘Anschluss’ van Oostenrijk. Inderdaad, de mens is schuldig door zijn zedelijk besef. Hij beschuldigt zichzelf, hij is zich zelf van zijn schuld bewust. Het repeterende van de bijbelverhalen, het lezen in Het Boek, het voorlezen uit Het Boek der boeken; dat gaf rust, regelmaat, bezinning, maar ook de rust van de berusting, de berusting in het lot. Het was zo slecht nog niet, als dat been maar niet zo opspeelde, niet dat er een been was dat opspeelde, maar bijvoorbeeld, als dat alles was bijvoorbeeld. Of er was altijd wel een buurvrouw ( alweer een buurvrouw ) met een probleem aan het been, of de rug, of het zicht. Of de buurvrouw ( nog een buurvrouw ) zonder man, met het zoontje, de buurjongen ( een buurjongen ) die je nooit zag omdat hij op een andere school ging en nooit buiten speelde. Die dan s’avonds ook zaten te eten, samen, in dat huis naast je, waar je wel eens was geweest, dat koude, stille, keurige huis. daar dacht je dan wel aan als vader het gebed uitsprak, aan de met een dampende schaal aardappelen, groenten en vlees, borden en bestek volstaande tafel, waar het gezin in het lamplicht en de kachelwarmte bijeenzat. Zodra je kiest, heb je een probleem; in de zin van dat dat wat je niet kiest niet gekozen is en dus buiten je leven blijft. Als je er bijvoorbeeld voor kiest om naar de uitzendingen van de Zweites Deutsche Fernsehen ( ZDF ) te kijken, dan kun je niet tegelijkertijd naar de uitzendingen van andere televisiezenders kijken. Behalve als je meerdere televisies hebt; maar je had bijvoorbeeld al gekozen om het bij één televisie te houden. En het geschiedde in die dagen, dat Jezus Nazareth in Galiléa verliet en Zich door Johannes in de Jordaan liet dopen. En terstond, toen Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemelen scheuren en de Geest als een duif op Zich nederdalen. En een stem [kwam] uit de hemelen: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde; in U heb Ik mijn welbehagen. Steppen en woestijnen ( door het woeste Koerdistan, in de rotskloven van de Balkan ). Waarin Willy kan zeggen: “Te moéten? te mógen!”; Of hij zou vragen: “Of allebei?”. De Kameleon, de Bob Evers serie ( vanaf in den beginne ). Een basisinkomen voor iedereen. Hoe kun je het stoppen. Hoe kun je er zeker van zijn dat dit de laatste keer is, de geheime handeling, het geheim in het geheim. Hoe kun je er zeker van zijn dat dit de laatste keer is dat je iets in het geheim doet. Hoeveel doe je eigenlijk al in het geheim? Te veel moet dat niet worden, lijkt me. Er is de wil, er is de wens, er is de visie, maar er is geen doel. Het geheim is beter onaantastbaar bewaard. Daar moet je niet teveel aan aan zitten knutselen. Natuurlijk weer naar de bibliotheek en daar is van alles, zoals de gedichten van Israels den Haan, en Hans Lodeizen, of was dat nu weer iemand anders. Hoe dan ook, ik begin al knap te zweten. de zelfhulpboeken voor depressieven, borderliners, het meisje met de negen persoonlijkheden, haar verhaal, kom op voor jezelf, Nee; een woord dat je leven verandert. Naar de wijsbegeerte, Also sprach Zarathustra, twee exemplaren, een uitgave uit 2006 van uitgeverij Boom, en ‘Ik en Jij’ van Martin Buber dat zegt: ‘Het doel van de relatie is haar eigen wezen: de aanraking van het Jij. Want door een ademtocht van ieder Jij raakt een ademtocht van het eeuwige leven ons aan. Franny en Zooey. Wat moet je ermee. Dat verhaal van die kleine vrome op wandeltocht. Wat moet hij ermee, en wat moet hij anders. Op weg naar de bibliotheek denkt hij ook waarom moet ik lezen. Het is goed voor de mens zei men mij, ooit, vroeger. Het vormt de mens, ten goede, zei men hem, ooit, vroeger, maar eigenlijk denkt hij nu: de bloemen en planten praten ook niet en schrijven geen woorden. Toch zijn zij roos zonder zichzelf zo te noemen of te beschrijven. De roos is gewoon, de naam is door de mens gegeven, het verhaal is er door de mens bij bedacht, het uiterlijk beschreven en geschilderd en gefotografeerd en getekend. Maar de roos is onwetend van dat al, onverschillig zichzelf, in een andere wereld. Onderwijl draait China de censuurfilters verder dicht. China heeft de beste en strengste internetcensuur ter wereld. Dat zal een voorbeeld voor velen worden. Onderwijl is Noella vergroeid door de TBC en wordt bekeken als zijnde een heks, en uitgestoten door de gemeenschap. Noella woont in Oeganda en is zes jaar. Verder wordt je gewoon aan alle kanten knettergek van de informatie die er op je afkomt. Hij had al tegen zichzelf gezegd ( maar niet hardop ) dat hij beter een boekje van Meijer Sluijzer uit de bibliotheek had mee kunnen nemen dan dat boekje van Salinger. Dat hij dat dus volgende keer moet doen. Die Buber zegt het ook al, die bloemen enzo, die hebben ook iets, die leven ook en je hebt er op een of andere manier contact mee, of althans, je kan er contact mee hebben, of gevoelig voor zijn, zoals die rozen die ik tegenkom, bloeiend, maar niet schrijvend of pratend en zich niet bewust van hun door ons gegeven naam of beschrijving. De laatste tijd dacht hij regelmatig aan de keer dat hij haar letterlijk had beschreven. Goeie genade. Toch hoort dit er ook allemaal bij. Het spichtige, verstopte, houterig ingepaste moment. Tussen de wezenlijk gestructureerde en feestelijk versierde regelmaat; het grootste onderdeel daarvan in feite. Gekleed, gepokt, gemazeld, en door tijd en confirmatie te kopiëren weerspiegelen zij van in vertrouwde eenzaamheid gekozen fragmenten uit de stroom van informatie die eindeloos wijd wordt verspreid een bestudeerd innerlijk. Bestudeerd op effect en doelgroep sorteert het effect navolging en navolging schept herkenning, herkenning verbondenheid. Samen in dezelfde stroom, in dezelfde golf die op het strand toe rolt. Bestudeerd van boven af of van binnen uit. Het eigenlijke vaag georganiseerd zelf, mediterend op weinig, naar minder tot niets. We gaan allemaal mee in de stroom richting het strand, beschreven met het stompe potlood. Goeie genade. Ieder heeft ‘n vader en moeder. Ieder is zoon of dochter. Kan niet anders. Getest en dubbel platgetreden. Toch hoort men ernaar, men hoort ernaar maar hij hoort er ook naar, en hij hoort ernaar en zegt ik hoor er naar. En hij zegt Ik luister en volg. De dialoog. Hij zegt: ik haat het om in de trein te zitten. Zij zegt: wat heb je geen geld mee. En hij zegt: ik heb wel eens vaker gelezen dat er in andere huizen vaak iets kapot was en dat ze dat niet zeiden en dat ze dan later zeiden dat het niet kapot was en dat je dan dus betaald had voor iets wat kapot was en dat je dan dus zelf kon gaan repareren op je eigen kosten. En zij zegt: wat denk je dat dat kost? De zwart wit gevlekte huid van de in het bloeiende gras liggende koeien weerspiegelt zwijgzaamheid. Herkauwen bij vocht in de lucht. Ergens zit er wel iets in, ieder ander is de grote andere, de enige andere, de enige eeuwige andere, hij die je niet zelf bent. Men zweeg daarover. Later werd gezegd dat je erover spreken moest. Openheid was goed. Werd als goed gezien. Jezelf open stellen. Voor de ander. Maar open inkijk in vervlogen verleden; niet meer bestaande tijd: wat ziet de ander via jouw woorden. Altijd eerst de verteller, de held, de hebzucht, dat zit nu eenmaal in de mens. We gaan liever vechten dan dat we met minder genoegen nemen. Armoede, wat is daar slecht aan? Iedereen een redelijk inkomen, en iedereen werken op een manier die leuk en zinvol is; dat is een ideaal. Maar we gaan liever vechten dan dat we een stapje terug doen, een beetje inleveren en met minder genoegen nemen. We slaan liever de anderen op de kop dan dat we in materiële armoede verder moeten. En er hebben in de geschiedenis der mensheid heel wat magere mannetjes hun armpjes ten hemel geheven en ‘waarom, waarom’ geroepen. Geestesdood, wat maakt het uit, de nieuw verworven producten vullen de leegte wel. Dat gevoel van leegte, verveling; de zucht naar iets nieuws, iets anders. Dat wat is, is zelden genoeg, zelden goed genoeg, zelden voldoende, zelden voldoende bevredigend voor een leven lang. Een tafel, een stoel, een jas, een uitzicht. Helaas geldt dat voor mensen vaak ook. Steeds sneller afgedankt, als het nieuwe eraf is. Maar goed, daar gaat het niet om. Om mensen. Het gaat om geld. Beangstigend en verstikkend. De klem op mijn kop is de hele wereld, alles. En iedereen. Dat alles kwijt te raken, iedereen weg, inclusief de eigen persoon is dat alles. Alles wat geweest is en voortleeft voor wie nog daar is om alles te zien en te horen. Alles en iedereen als de andere kant van de nacht. Die ene kant ben jezelf, met je kop door de helft, met je kop door de muur. De rand van de nacht is flinterdun, vlijmscherp en hoe dan ook onherroepelijk en onvermijdelijk stroomt de energie van alles en iedereen naar jezelf en die van jezelf naar alles en iedereen, zonder ophouden. Tot het ophoudt. Stopt. Weg is. -- 6. In de wereld van het toeval is niemand veilig. Angstvallig het geheim bewaren. En dan in een onbewaakt ogenblik. Geef je het zelf prijs. Om het niet mee te hoeven nemen in je graf. De anonieme mens. Hij voelde zich eigenlijk altijd schuldig. Ondanks dat hij voor de wet niets verkeerd deed voelde hij zich schuldig omdat hij het idee had niets goeds te doen. Ondanks dat hij van zijn minimale inkomen een gedeelte aan de dierenbescherming en aan de projecten ter bestrijding van honger in de Hoorn van Afrika gaf voelde hij zich een profiteur in de wetenschap dat zovelen op de wereld driehonderd keer zo arm waren als hij en gebukt gingen onder oorlogen, onrecht, vervuiling, misstanden, uitbuiting, onderdrukking, misbruik, en geweld. Zelfs de leugens bestreed hij niet. Eigenlijk was hij zelfs bang voor de reactie van de machten die al dat vreselijks mede doen laten voortbestaan. Hij niet. Bang dat hij het slachtoffer zou worden. Echt. Hij zelf. Zijn schuldgevoel ging hand in hand met angst. Vaststellen. Jezus liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. En dat blijft zo. Hij zei tegen Petrus: “Konden jullie niet eens één uur met mij waken?” Hij had het gevoel dat de herfst was begonnen terwijl het nog maar begin juni was. En dat dat zo blijft, dat dat zo blijft tot in lengte van dagen. In Mei was de zomer geweest, de kastanjebomen hadden gebloeid en dat was mooi, nu was dat voorbij en volgend jaar begon het weer, de periode van wedergeboorte en groei. Matteus 26:40. De bloei luidt het verval in. Vastgesteld. Zo is het de mens te moede als de illusie van het innig samenzijn verdwenen is. Zo liep hij, van dat deel van hoop en verwachting verlost, met zijn boodschappen naar huis. In een Middeleeuws kasteel zag hij eens nissen in de muren, afsluitbaar met een zware houten deur. Maar helaas, zo is het niet. De tijd die haar mooi maakt. In dat innig duister is het letterlijk duidelijk egaal. U. De nissen waren hoogstens één meter twintig hoog. De bloem kondigt het einde aan. Oud, begeerlijk, tijdloos, vloeibaar. Een natuurlijk verlangen naar evenwicht en orde bleef in zijn handen over. Nodig hebben. Hij denkt. En daarmee denkt hij vlees vol vrees. Echt. Vaststellen. En zeker niet breder. Wel iets dieper dan hoog. Iedereen wil snel ergens anders zijn. Hij zou niet de eerste zijn die na zijn onschuld ook zijn verstand zou verliezen. In een vlakte op weg of stilstaand voor iets, betoverd door een droevig kijkende hond bijvoorbeeld. Met de marktkoopman die de bezienswaardigheden aanprijst. Dat doet er allemaal toe. Bovenaan de politieke agenda hoort te staan dat alle kernwapens ontmanteld moeten worden, evenals alle andere massavernietigingswapens en dat er een wereldwijd verbod wordt ingesteld op de productie van massavernietigingswapens. En voor elke wereldburger moet een basisinkomen gegarandeerd zijn. Er is de wil, er is de wens, er is de visie. De Fransche vloot die Nelson in 1798 zocht was daarom niet de minste. Napoleon had in mei van dat jaar in de haven van Toulon al een vloot van dertien linieschepen, zeven fregatten met elk 40 kanonnen en vier-en-twintig kleinere oorlogsschepen samen met bijna 200 transportschepen klaarliggen. Men begon toen ook al veel te vergeten. Toulon, en waar dat lag. Een andere oorlog, armoede, krankzinnigheid. Vodden en vuil, tocht en vocht. En wat de kranten schreven, en wat belangrijk was voor de rijken. Nelson moest uitzoeken waar die vloot voor diende, en waar die naar op weg was. Hij had niet lang daarvoor zijn rechterarm moeten laten amputeren na een schotwond in de elleboog. Een kogel die hem getroffen had tijdens den Engelschen aanval op de fortificatie van Santa Cruz. |